De Alexandertechniek is een praktische methode waarmee we de manier waarop we ons lichaam gebruiken kunnen verbeteren. De acteur F.M. Alexander (1869-1955) ontdekte dat veel gezondheidsproblemen en inefficiënt functioneren van het lichaam zijn terug te voeren op verkeerde houdings- en bewegingspatronen die we onszelf hebben aangeleerd.
Vooral de veel voorkomende gewoonte van mensen om hun hoofd in de nek naar achteren te trekken en daarmee de ruggegraat inelkaar te drukken (te verkorten) heeft een nadelige invloed op hun lichamelijk functioneren.
Tijdens lessen in Alexandertechniek wordt gewerkt aan het terugvinden van de natuurlijke balans van het hoofd op de ruggegraat, waardoor de rug zich weer kan verlengen en verbreden en haar oorspronkelijke taken weer op zich kan nemen: bijvoorbeeld het ondersteunen en geven van flexibiliteit aan de ademhaling en andere vitale lichaamsfuncties, het geven van steun en flexibiliteit aan de armen en de benen, en het efficiënt verdelen van het lichaamsgewicht en de spierspanning over het hele lichaam.
De Alexandertechniek is een nietmanipulatieve methode. Er wordt niet direct gewerkt aan een fysieke verandering van de leerling, de Alexandertechniek kent dan ook geen oefeningen.
Door samen met de leraar te werken aan het betrouwbaar maken van de beleving van het eigen lichaam, door bewust te worden van houdings- en bewegingspatronen, door het leren herkennen en voorkomen van een teveel aan spierspanning zal het lichaam zijn natuurlijke balans stap voor stap kunnen terugvinden.
Frederick Matthias Alexander (Tasmanië, 1869 – Londen, 1955) was een Australische acteur en voordrachtskunstenaar.
Zijn veelbelovende carrière kwam in gevaar omdat hij tijdens voorstellingen last kreeg van heesheid en stemverlies. Ondanks het opvolgen van adviezen van verschillende doktoren en specialisten kwam er geen verbetering in zijn stemproblemen.
Uiteindelijk besloot hij zichzelf nauwkeurig te observeren en kwam tot de ontdekking dat het de manier waarop hij zijn stem gebruikte was die de problemen veroorzaakte. Hij constateerde dat hij tijdens het gebruiken van zijn stem zijn hoofd naar achter en naar beneden trok in de nek en daarmee zijn natuurlijke coördinatie en functioneren verstoorde. Hij besefte zich dat hij dit ‘verkeerde gebruik van zichzelf’ moest leren te voorkomen.
Na verscheidene jaren van geduldig observeren en experimenteren ontwikkelde Alexander een nieuwe benadering tot coördinatie en beweging. Met zijn zelf ontdekte methode loste hij niet alleen zijn stemproblemen op maar hij bereikte ook een verbetering in zijn algehele gezondheid. Hij verwierf bekendheid en steeds meer acteurs kwamen naar Alexander om les te krijgen in zijn techniek. In die tijd stond Alexander bekend als de ademdeskundige (the breathing man). In de loop van de tijd gingen ook medici hun patiënten doorverwijzen naar Alexander.
Om zijn techniek een grotere bekendheid te kunnen bezorgen emigreerde Alexander in 1904 naar Londen. In 1932 startte hij daar een lerarenopleiding. Hij bleef les geven tot kort voor zijn dood in 1955.
Zijn methode werd internationaal bekend als Alexander Technique. Inmiddels zijn er over de hele wereld meer dan duizend docenten Alexandertechniek.
In Nederland zijn er ongeveer tachtig docenten werkzaam die de Alexandertechniek onderwijzen.